Achtergrondinformatie Kinder- en jongerencoaching

 

Wat is kindercoaching?

 

Bij kindercoaching richt ik me voornamelijk op het kind en optimaliseer ik de situatie op zo’n manier dat de natuurlijke ontwikkeling van het kind het gemakkelijkst verloopt. Er wordt ruimte gecreëerd voor het kind om zichzelf te mogen zijn en zich op persoonlijke wijze te ontwikkelen. Ik coach kinderen om hun talenten, vaardigheden en kennis beter te gebruiken. 

 

Kinderen vinden het moeilijk om in termen van verleden, heden en toekomst te denken. Kinderen zijn veel meer in het NU aanwezig. Uit onderzoek blijkt dat kinderen en jongeren nauwelijks met hun toekomst bezig zijn. Dit heeft voor- en nadelen. Een voordeel is dat kinderen er veel meer voor openstaan om te veranderen. Ze werken gemakkelijker met kortetermijndoelen. Volwassenen zijn meer geneigd om een moment in de toekomst belangrijker te vinden dan het huidige moment. Ze zeggen vaker: “Als ik A, B en C bereikt heb, dan kan ik pas gelukkig worden.’ Dat is geen constructieve manier van denken. Het coachen van kinderen brengt direct een positieve verandering met zich mee, en biedt eveneens perspectief voor de toekomst. 

 

Het vergroten van het zelfvertrouwen van kinderen is een van de belangrijkste bezigheden van de kindercoach. Bij kindercoaching ga ik uit van het prinicipe van absolute waardigheid. Hiermee bedoel ik dat er niets is dat een mens kan doen, zeggen, denken of voelen dat hem meer of minder waardig maakt. De eigen waardigheid is een absoluut gegeven. Ieder leven wezend wordt geboren met een besef van absolute waardigheid. Er is geen eend met een minderwaardigheidscomplex, of een konijn dat bang is om niet te voldoen aan de gestelde eisen. Alleen door mensen wordt minderwaardigheid onderwezen. Mensen moeten voldoen. De mens wordt niet voor vol aangezien als hij/zij niets doet. 

 

Kinderen leren vaak dat ze niet zichzelf mogen zijn als ze niet voldoen aan de eisen van anderen. Aan mij als kindercoach de taak om dit te ontkrachten. Natuurlijk is het belangrijk om kennis, vaardigheden en talenten te ontwikkelen en gebruiken. Maar dat mag geen weerslag hebben op de waardigheid van het kind. Waardigheid wordt ervaren door te waarderen, in plaats van uitsluitend belonen. 

 

Een beloning wordt gegeven om gedrag te versterken. Het wel of niet ontvangen van die beloning is voorwaardelijk. Waarderen kan, ongeacht het gedrag van het kind, op elk moment. Een uitspraak van waardering is bijvoorbeeld: ‘Fijn dat je er bent!’ Waar het op neerkomt is dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen gedrag en persoon. 

 

Zelfvertrouwen betekent ook dat kinderen meer vertrouwen ontwikkelen in hun al aanwezige vaardigheden, kennis en talenten. Meestal zijn kennis en vaardigheden al in beperkte mate aanwezig. Bij kindercoaching ga ik uit van wat er al wel is en wel kan. Kinderen zich anders dan volwassenen, omdat ze minder levenservaring hebben. 

 

Kindercoaching onderscheidt zich van het coachen van volwassenen omdat naast het vergroten van vertrouwen in aanwezige kennis, vaardigheden en talenten, waar nodig ook nieuwe vaardigheden worden aangeleerd. Daarmee staat kindercoaching iets dichter bij training dan het coachen van volwassenen. Het accent blijft wel liggen op het vergroten van het vertrouwen. 

 

De persoonlijke ontwikkeling van kinderen is een spontaan verlopend, natuurlijk proces. Het doel van mij als kindercoach is niet om iedere ontwikkeling maximaal te stimuleren. Kinderen hebben maar een beperkte hoeveelheid energie om te ontwikkelen. Het steken van extra inspanning in één ontwikkeling kan dan ten koste gaan van de energie die kinderen over hebben voor andere facetten van hun ontwikkeling. 

 

Ik help kinderen op een gebalanceerde manier in hun ontwikkeling die past bij de ontwikkelingsleeftijd. Daarbij houd ik rekening met de belastbaarheid van kinderen en met kenmerken die bij bepaalde ontwikkelingsfasen horen, zoals het moeilijk onderscheid maken tussen fantasie en realiteit of het zichzelf aanpraten van angsten als een manier om gedrag te reguleren. Ik weet wat onderdeel is van de normale ontwikkeling van kinderen en houd daar rekening mee. Bij ontwikkelingsachterstanden help ik kinderen waar nodig om de volgende stap in hun ontwikkeling gemakkelijker zelf te zetten. 

 

Een volwassene is zelf verantwoordelijk voor wie hij/zij is. Kinderen zijn nog niet volwassen. Zij kunnen en hoeven nog niet te voldoen aan de zelfverantwoordelijke zelfbepaling. Kinderen hebben een gedeelde verantwoordelijkheid. Volwassene én kind zijn samen verantwoordelijk voor het kind. Naarmate kinderen ouder worden, leren ze steeds meer om zelf die verantwoordelijkheid te dragen. Die gedeelde verantwoordelijkheid bestaat vooral tussen ouder en kind. De eigen verantwoording voor het gedrag van een kind wordt afgestemd op de ontwikkelingsleeftijd. Ik sluit aan bij de verantwoordelijkheid die kinderen al wel kunnen dragen. Communicatie met ouders is daarbij belangrijk. Daar waar de verantwoordelijkheid van het kind ophoudt, begint de verantwoordelijkheid van de ouders. Ik neem als coach nooit de verantwoordelijkheid van ouders over. 

 

Vrijwillig kiezen vormt een belangrijk onderdeel van kindercoaching. Kinderen hebben een natuurlijk aangeboren drang om zich te ontwikkelen. Ik sluit aan bij die natuurlijke drang. Dat betekent dat ik geen gebruik maak van straffen, boetesystemen of andere methoden die niet passen bij de natuurlijke ontwikkeling. Ik ga uit van de gezonde behoeften van het kind. Dit is een belangrijk onderscheid met therapie of een behandeling. 

 

Wat is jongerencoaching?

 

Als jongerencoach coach ik jongeren in een dynamische periode van hun leven. Daarbij toon ik zowel inzicht als respect voor de bijzondere positie waarin jongeren verkeren. Ik heb oog voor de moeilijkheden die zich in deze levensfase voordoen, maar ook voor kansen en vrijheden waar jongeren voor het eerst van mogen proeven. 

 

Bij jongerencoaching is, net zoals bij kindercoaching, geen sprake van volledige verantwoordelijkheid van jongeren. Volledig zelf verantwoordelijk zijn is het belangrijkste kenmerk van volwassenheid. Mensen worden pas volwassen als ze zelf volledige verantwoordelijkheid kunnen nemen. Jongeren bevinden zich in een levensfase waarin ze moeten leren om met verantwoordelijkheden om te gaan. Daarbij zullen ze fouten maken en dat is een normaal onderdeel van het leerproces. Het is daarom niet realistisch om te verwachten dat jongeren zelf volledige verantwoordelijkheid zullen dragen voor de ontwikkeling van in potentie aanwezige competentie. Als jongerencoach houd ik er rekening mee dat het (nog) niet kunnen nemen van die verantwoordelijk in veel situaties onderdeel zal zijn van het coachproces. 

 

Wat zijn de verschillen en overeenkomsten tussen coaching en therapie?

 

Er zijn veel manieren waarop hulp verleent wordt. Waarom zou je als ouder/verzorger juist kiezen voor coaching en niet voor therapie, training of alleen een adviesgesprek? Wat zijn de verschillen tussen de methoden? 

 

Er zijn veel overeenkomsten tussen coaching en therapie. Vrijwel iedere techniek of methode die de coach gebruikt, komt ook op de een of andere wijze terug in een of meer therapievormen. De bouwestenen van coaching en therapie zijn gelijk, maar de manier waarop die bouwstenen worden gebruikt, is heel verschillend. 

Om te beginnen richt therapie zich vooral op het oplossen van problemen, terwijl coaching hoofdzakelijk gericht is op het vergroten van de persoonlijke effectiviteit. Daarmee is coaching oplossingsgericht, terwijl de meeste therapievormen probleemgericht zijn. Hieruit volgt dat therapeuten doorgaans met zwaardere problemen te maken krijgen dan coaches.

Verder is therapie uitsluitend een vorm van hulpverlening. Een deel van coaching richt zich ook op hulpverlenen, dit gedeelte wordt wel counseling genoemd. Maar, coaching is vooral gericht op het vergroten van de persoonlijke effectiviteit. Er hoeft zich geen probleem voor te doen voor kinderen/ouders die met een coach werken. Er wordt een omgeving gecreëerd waarin kinderen op natuurlijke wijze optimaal kunnen ontwikkelen. Die benadering valt buiten de therapie.

Als laatste houdt therapie zich deels ook bezig met medische problemen. Psychiaters schrijven soms medicatie voor en bij een aantal problematieken speelt een combinatie van psychische en medische problemen. De relatie tussen psychiater en kind/ouder verschuift dan naar een medisch model, waarbij het kind of de ouder een leek is en de psychiater medisch specialist (dit geldt niet voor alle problematieken). Bij coaching ga ik niet uit van een medisch model of probleem, maar richt ik me op de mogelijkheden van kinderen/ouders om met dat probleem om te gaan. Bij sommige therapievormen is het onderscheid tussen coaching en therapie heel klein. 

 

Als kindercoach ben ik geen adviseur die kennis overdraagt op de ander. Er vinden geen adviesgesprekken plaats. Ik help de kinderen en ouders/verzorgens in eerste instantie om hun eigen antwoord te formuleren, gebaseerd op hun eigen expertises. Ik wil meer blootleggen wat er al is, dan vertellen hoe de ander het zou moeten doen. Ik ga uit van de expertise van het kind en bied waar nodig leerervaringen aan.